Standpunt

5 vragen aan Björn Mallants

 

Björn Mallants - foto Els Matthysen

In Woonwoord, het magazine voor sociaal wonen, polst de VMSW in de rubriek “5 vragen” naar een opinie uit de sector. De toekomstvisie op sociaal wonen in Vlaanderen staat hierbij centraal. In het zomernummer kwam Björn Mallants, directeur van VVH aan het woord.

1. Wat is voor u het belangrijkste actiepunt in sociale huisvesting?

We hebben 6% sociale woningen in Vlaanderen, de armoede bedraagt 10%. We hebben 155.000 sociale woningen in Vlaanderen, 125.000 gezinnen staan op de wachtlijst, de effectieve woonbehoeftige doelgroep is waarschijnlijk zelfs twee keer zo groot. Het is onze verdomde plicht om dat aanbod zo snel mogelijk op te krikken.

2. Welke discussie wordt er volgens u te veel of te weinig gevoerd in de sociale huisvesting?

Door de veel te gedetailleerde en steeds wijzigende regelgeving, het ambtelijke toezicht, een niet-overtuigend financieringsmodel, omslachtige procedures,… verliezen we ons vaak in details. Logisch, want die details maken het werk van de SHM’s zeer lastig. Maar we zouden vaker ook het enorme effect van ons model voor onze huurders moeten benadrukken. En daar trots op zijn, en de sterktes meer in de verf zetten.

3. Waarin moet de sociale huisvesting volgens u het voortouw nemen?

We zijn de enige grote speler op de Vlaamse woningmarkt. We kunnen een belangrijke rol spelen als motor van sociale projectontwikkeling, samen met andere private en publieke actoren. Daar moeten we lokale besturen van overtuigen, dat we zo veel meer kunnen doen dan louter sociale woningen zetten. En dat dat een win-win is voor alle betrokkenen. De Prijs Inspirerend Sociaal Wonen van VVH tracht ook altijd daarop te focussen.

We zouden vaker het enorme effect van ons model voor onze huurders moeten benadrukken. En daar trots op zijn.

4. Op welke persoonlijke verwezenlijking voor sociaal wonen bent u het meest trots?

VVH is een begrip in het Vlaamse woonlandschap. Een organisatie die niet snel meer opzijgezet zal worden. Daar heb ik zeker mijn steentje aan bijgedragen. Die rol als constructieve partner was wennen. En soms leidde dat tot hoogoplopende discussies intern. Maar we zijn daar als sector sterker door geworden.

5. Hoe ziet u de toekomst van sociaal wonen?

Hopelijk als vanzelfsprekend. De grote nood geeft duidelijk aan dat we moeten blijven inzetten op deze bewezen dam tegen armoede. Toch nemen niet alle beleidsmakers dat voor waarheid aan. Vaak gebaseerd op buikgevoel en halve waarheden. Of ze gebruiken het tekort aan aanbod om andere, duurdere en minder effectieve en efficiënte instrumenten te promoten. Terwijl de simpelste oplossing toch is: als het aanbod ontoereikend is, en de behoefte zeer groot, laten we dan het aanbod uitbreiden.

Dit artikel verscheen in Woonwoord 45 - zomer 2018.