Standpunt

Tekst: Björn Mallants, directeur Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen Foto's: Els Matthysen en Inge Van Den Heuvel

Sociaal wonen als dam tegen armoede

 

Vorige week werd de tekst van het Vlaams regeerakkoord beschikbaar gesteld. Het nieuwe regeerakkoord houdt de investeringen in sociaal wonen op de hoge niveaus van de afgelopen jaren aan. Deze inspanning vormt voor vele gezinnen een structurele dam tegen armoede. Björn Mallants, directeur bij de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen, geeft zijn visie op sociaal wonen.

In 1919 werd het kader gecreëerd voor ‘sociale woningen’ en de uitvoerders, de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s). Na 100 jaar blijven zowel de sociale woningen als de SHM’s kloek overeind. Op de Sociaal Wonendag van 13 oktober stelt de sector meer dan vijftig van haar projecten voor, innoverend én stimulerend. Sociaal wonen blijft investeren in meer en betere sociale woningen, en dat is broodnodig zo blijkt uit de wachtlijst.

Sociaal wonen gaat niet over stenen, maar over mensen. Het betrekken van huurders en kandidaat-huurders is ook op de Sociaal Wonendag belangrijk, zoals vele initiatieven tonen. Wat aan de buitenkant een huis is, is aan de binnenkant een thuis!

Door een inclusieve aanpak zorgen we voor een aangename woonomgeving. Dat zorgt voor draagvlak en vertrouwen, wat we na 100 jaar verdienen. Samen met lokale besturen vormen we de motor van sociale projectontwikkeling, in combinatie met scholen, een kinderdagverblijf, dagopvang voor ouderen … SHM’s nemen daar het voortouw.

Het nieuwe Vlaams regeerakkoord houdt de investeringen in sociaal wonen op de hoge niveaus van de afgelopen jaren aan. Deze inspanning vormt voor vele gezinnen een structurele dam tegen armoede. Naast nieuwbouw zorgt ook het verduurzamen van het patrimonium voor een sterke daling van de (energie)armoede, naast maatschappelijke winst. Creatieve oplossingen worden op dat vlak ontwikkeld in de sector.

Het regeerakkoord bevat ook de veelbesproken ‘afschaffing’ van de woonbonus. Hoewel deze onder het mom van ‘betaalbaarheid’ werd uitgewerkt en wordt verdedigd, blijkt de toegang tot een eigen woning nauwelijks vergroot. Het gros van de middelen gaat naar de hoogste inkomensgroepen. De laagste inkomens maken nauwelijks gebruik van de woonbonus, en de beperkte middelen voor de middengroep zorgen vooral naar prijsverhogingen. We roepen de nieuwe regering op om de komende jaren werk te maken van een heroriëntering van het woonbeleid met de vrijgekomen middelen die geleidelijk toenemen. We vragen een aanpak die de toegang tot een eigen woning – huur en koop – effectief vergroot voor wie het nodig heeft. Sociaal wonen is op dat vlak een doelgericht en doelmatig instrument.

In de sociale huur geven we een maandelijkse korting van gemiddeld 310 euro. Dat reduceert het armoederisico met maar liefst 40%. In totaal geeft onze sector meer dan 550 miljoen euro korting aan sociale huurders. Dat is een enorme stijging van hun koopkracht.

Sociaal wonen is een ook hefboom voor de economie en kent in tegenstelling tot andere publieke investeringsmodellen een enorm terugverdieneffect. Het gros van de investeringen wordt namelijk terugbetaald vanuit de eigen inkomsten.

We investeren jaarlijks ongeveer 1,5 miljard euro in de bouwsector. Dit kost de overheid in verhouding slechts een fractie. Een paar honderd miljoen met een directe return van meer dan twee miljard… Over return on investment gesproken.

Samengevat: laat ons nog meer investeren in sociale woningen. Het effect voor de huurder is enorm, het effect voor de lokale besturen is enorm, het effect op de economie is enorm, het effect op verduurzaming is enorm, het effect op samenleven is enorm… En de kost voor de overheid is in het licht daarvan een ‘koopje’. Sociaal wonen is niet het probleem, het is de oplossing.