Fundamenten

Tekst en foto's: Els Matthysen, stafmedewerker communicatie VVH

Carien Neven, nieuwe voorzitter van VVH

 

VVH heeft een nieuwe voorzitter: Carien Neven. Op 3 juni werd zij verkozen door de leden van de raad van bestuur. Carien typeert zichzelf als sociaal bewogen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, veel werkkracht en een kritische blik. ‘Als sommige jonge vrouwelijke collega’s mij komen zeggen dat ik voor hen toch wel een voorbeeld ben, dan ben ik daar best trots op.’

Carien Neven is geen onbekende binnen de sector. Na vier jaar bestuurder van Cordium in Hasselt, werd zij in 2016 voorzitter bij deze SHM. Carien is ook al een aantal jaren lid van de raad van bestuur van VVH.

Wat is jouw band met sociaal wonen? Hoe is jouw interesse ontstaan?
‘Toen ik op de sociale dienst van het OCMW in Dilsen-Stokkem werkte, ben ik gevraagd voor de opstart van de buurtwerking in de sociale woonwijk Noteborn van Maaslands Huis. Daar ben ik toen aan begonnen in een leegstaande sociale woning. Met veel jeugdig enthousiasme heb ik er een buurtwerking uitgebouwd, met activiteiten voor vrouwen, een kinder- en meisjeswerking, taallessen, sportactiviteiten en een speel-o-theek. Het was een zeer leerrijke ervaring, in het midden van de wijk, tussen de huurders met hun kleine en grote problemen.’

In 1992 werd Carien verantwoordelijke voor de vrijwilligerswerking en fondsenwerving bij vzw De Biehal, een opvangcentrum voor dak- en thuislozen in Lommel. ‘In onze zoektocht naar betaalbare huisvesting voor de dak- en thuisloze mannen en vrouwen die we tijdelijk opvingen in het opvangcentrum, werkten we samen met de SHM’s in de regio.’ ‘Toen ik als kabinetsmedewerker van Limburgs gedeputeerde Sonja Claes werkte, zat ik mee aan de overlegtafel met de Limburgse SHM’s en het CAW waar het project Bemoeizorg vorm heeft gekregen als pilootproject in Limburg.’ Sinds 2012 is Neven secretaris van beweging.net Limburg. Dat zelfde jaar werd ze bestuurder bij Cordium. ‘Dankzij deze heel diverse loopbaan heb ik gedurende al die jaren een breed netwerk in verschillende sectoren kunnen uitbouwen, een netwerk waarop ik nog regelmatig kan terugvallen.’

"Een sterk professioneel netwerk is vandaag voor onze sector een must om de kansen op duurzaam wonen te vergroten. Samenwerken wordt steeds belangrijker"

Hoe zie jij de rol van VVH?
‘Onze sector staat voor heel wat uitdagingen waaronder het klimaat, een nieuwe Vlaamse regering, de wachtlijsten, wijzigende gezinssamenstellingen en nieuwe doelgroepen. VVH moet samen met de SHM’s kort op de bal blijven spelen, met een open vizier voor een adequaat, efficiënt en innovatief beheer van de sociale ondernemingen die onze SHM’s zijn.’

Wat zijn de uitdagingen voor de sector?
VVH selecteerde voor haar memorandum vier doelstellingen voor de sector sociaal wonen.1. Groeien als dam tegen armoede, 2. Ruimte voor welzijn en zorg, 3. Groeien voor klimaat en betaalbaarheid van energie en 4. Ruimte voor duurzame wijken.

Over de eerste Doelstelling -Groeien als dam tegen armoede- zegt Neven: ‘Een behoorlijke huisvesting is een grondrecht (artikel 23 van de Belgische Grondwet). Zowel de private als de sociale huurmarkt zijn verantwoordelijk voor kwalitatieve en betaalbare huurwoningen.

De Vlaamse Wooncode omschrijft op een terechte wijze «behoorlijke huisvesting». Want «behoorlijke huisvesting» is essentieel om volwaardig te kunnen leven. Een goede woning biedt beschutting tegen wind, regen en koude. En meer en meer ook tegen warmte (lacht). Maar huisvesting is ook nodig om te kunnen rusten na een werkdag,om te kunnen studeren, om te kunnen genezen als men ziek is en om vrienden en familie te ontvangen. Een goede woning is een voorwaarde voor «het goede leven».

Maar die woningen moeten vooral ook betaalbaar zijn. Enkel dan kunnen we voorkomen dat mensen in een armoedespiraal terechtkomen. Indien de woonkosten te hoog worden, dreigen andere noodzakelijke uitgaven voor studie, werk of kinderopvang in het gedrang te komen. Daarom zijn betaalbare sociale woningen zo belangrijk. Zij trekken de armoede niet aan zoals men wel eens durft te beweren. Sociale huisvesting voorkomt armoede en lost ze zelfs op in vele gevallen. Zeker voor die mensen die een inkomen hebben dat flirt met de armoedegrens. De overheid moet het recht op wonen bewaken en betaalbaarheid, kwaliteit, woonzekerheid, toegankelijkheid en rechtszekerheid garanderen.’

“We willen dat mensen graag in onze sociale woonwijken wonen. Daarom zullen we moeten blijven inzetten op sociale cohesie en samenlevingsopbouw van onderuit.”

Wat is jouw visie op welzijn & zorg? (doelstelling 2)
‘Naast het bouwen van muren (niet om mensen buiten te houden zoals sommige zogezegde wereldleiders willen doen) om mensen een warme, leefbare en betaalbare plek te bieden waar zij kunnen samenleven en zich mogen thuis voelen, waar kinderen een plaats krijgen om op te groeien in een solidaire gemeenschap, waar een plaats is voor iedereen, werken onze SHM’s ook aan het leven binnen en rond deze muren. We willen dat mensen graag in onze sociale woonwijken wonen. Daarom zullen we moeten blijven inzetten op sociale cohesie en samenlevingsopbouw van onderuit.’ Gemeentebesturen hebben een belangrijke ondersteunende rol door samen met SHM’s extra in te zetten op verschillende lokale initiatieven.

‘Een goede samenwerking met onze lokale besturen is heel belangrijk. Uiteindelijk werken we aan hetzelfde doel: een aangename omgeving bieden waar het goed is om te wonen, voor alle inwoners.’ Belangrijke partners hierin zijn de huurders zelf. ‘Bewonersbetrokkenheid is belangrijk om deze aangename en leefbare woonomgeving mee te creëren. Ik merk ook dat de kwetsbaarheid binnen onze doelgroep, vaak een combinatie van één of meer problematieken zoals een beperkt inkomen, verslaving, een mentale of lichamelijke beperking… steeds complexer en groter wordt. Het hebben van een sterk professioneel netwerk is vandaag voor onze sector een must om hiermee aan de slag te gaan en zo de kansen op duurzaam wonen te vergroten. Samenwerken wordt steeds belangrijker.’

Hoe kan sociaal wonen bijdragen aan meer duurzaam wonen? (doelstelling 3 en 4)
Willen we de klimaatdoestellingen halen, dan zullen we anders moeten gaan wonen. Meer in steden, op kleinere oppervlakten en met meer gedeelde ruimtes. En met een veel hogere energetische performantie. ‘We moeten serieuze ruimtelijke en energetische correcties krijgen in het Vlaamse (sociale) woningbestand. En daar willen en zullen we met de SHM’s zeker aan meewerken. Verschillende SHM’s zetten al enkele jaren experimentele stappen in die energetische richting. Met VVH werken we eraan via het ASTER-project.

Kortom, we zijn er volop mee bezig en ik hoop dat de bevoegde overheden ons ook volop steunen in die transitie door ruimte te creëren om de nodige aanpassingen te doen. Enige regelluwte in deze lijkt me noodzakelijk. Om de technologische evoluties op dit vlak optimaal mee te kunnen volgen, is toch wat meer flexibiliteit nodig om efficiënt en kostenbesparend deze transitie waar te maken. Samenwerken met de Vlaamse energiehuizen die onlangs een uitbreiding van hun opdracht kregen, is misschien een opportuniteit die onderzocht moet worden.’

‘Ook wil ik ervoor pleiten dat we werk maken van de ontwikkeling van brede sociale woonmaatschappijen, waar sociale woonoplossingen gestroomlijnd worden en, waar nodig, geoptimaliseerd en eventueel geïntegreerd kunnen worden. Voor gezinnen en alleenstaanden die op zoek zijn naar een betaalbare woning is het huidig kluwen vaak niet te ontwarren. Uiteindelijk streven de verschillende partners op het huidige woonveld naar hetzelfde voor dezelfde doelgroep: kwalitatieve en betaalbare woningen aanbieden, toegankelijk voor degene die niet terecht kunnen op de private huurmarkt. Ik ben ervan overtuigd dat we via deze sociale woonmaatschappijen, samen met de lokale gemeentebesturen, veel beter de verschillende uitdagingen waar onze samenleving mee te maken krijgt, kunnen beantwoorden en een waardig alternatief kunnen bieden voor een te kleine en vaak te dure private huurmarkt.’

Heb je ideeën hoe we het draagvlak voor sociaal wonen kunnen vergroten?
‘De broodnodige uitbreiding van ons sociaal woningbestand moet gepaard gaan met een andere kijk op sociaal wonen. Sociale wijken zijn geen armengetto’s. Sociaal wonen moet aangenaam en leefbaar zijn en moet mensen alle kansen bieden om ten volle aan de samenleving deel te nemen en zich te ontwikkelen.

Een positieve beeldvorming is hoognodig. Je kan proberen een compagnon de route te worden met de media, maar dat is een moeilijke strijd, omdat de focus daar helaas te veel ligt op het negatieve. Blijf daarom zoveel als mogelijk het positieve naar buiten brengen. Daar zijn we soms te bescheiden in. Onbekend is onbemind. We moeten veel meer met onze positieve projecten naar buiten komen via de (lokale) media. Een mooi voorbeeld is het boek van VVH Trots op mijn roots inspirerende verhalen over sociaal wonen. Als de Limburgse SHM’s volgend jaar honderd jaar bestaan, wil ik graag de Limburgse bv’s uit het boek, zoals Chokri Mahassine, in de krant krijgen.’

“We moeten veel meer met onze positieve projecten naar buiten komen via de media”

Pleit je voor het anders invullen van sociale woonwijken?
‘Sociale woonwijken moeten anders geconcipieerd worden. Als je enkel ingenieurs en architecten rond de tafel zet, dan krijg je een te eenzijdig verhaal. Ik pleit ervoor om de basis aan te pakken. Zorg voor een kruisbestuiving tussen opleidingen van exacte wetenschappen, zoals bijvoorbeeld ingenieurs, en humane wetenschappen, zoals bijvoorbeeld sociologen of psychologen. Laat hen samen vakken volgen zodat ze meer out of the box gaan denken, breder dan hun eigen discipline. Naast ingenieurs en architecten zouden bij woningbouw ook sociologen en maatschappelijk assistenten moeten betrokken worden, omdat zij meer vanuit de leefbaarheid voor de huurder kunnen meedenken.

De grootste uitdaging ligt bij de planners van sociale woonwijken. Cruciaal daarbij is om het lokaal bestuur mee te betrekken in de werking van de SHM. Met het bestuur van Cordium, waarvan de helft bestaat uit politici, doen wij jaarlijks een rondrit in de wijken waarbij we niet enkel focussen op de stenen, maar vooral ook op de bewoners. Op het einde van de dag hebben ze een andere kijk op sociaal wonen. Dat we bij Cordium vooral schepenen in de raad van bestuur hebben, is een goede zaak. Zij zorgen voor de noodzakelijke politieke terugkoppeling. Ook artikels over sociaal wonen in Fundamenten zijn een belangrijke informatiebron. Maar ook opiniestukken zoals recent de bijdrage van Björn Mallants, directeur van VVH, in De Tijd “Woonbonus voor tweede eigendom staat woonbeleid in de weg” probeer ik zoveel als mogelijk te delen met andere woonactoren.’

Diverse disciplines, geslachten en culturen
‘Ik zit in een aantal raden van bestuur. Waar bereik je het meeste? Daar waar er diverse disciplines aan tafel zitten. In het directiecomité van Cordium is, naast mijn sociaal profiel, bewust gekozen voor een advocaat en een econoom. Daardoor krijg je een overleg waar alle aspecten worden meegenomen. Een belangrijke persoonlijke drijfveer is dat vrouwen voldoende vertegenwoordigd zijn. Waarin vrouwen in een overleg het verschil kunnen maken, dat verschilt van vrouw tot vrouw, al vind ik dat vrouwen vaak kordater zijn en andere accenten leggen. Vrouwen hebben meer oog voor het menselijke aspect, al zullen mannen die dit nu lezen dat zeker ontkennen (lacht). Ik pleit voor een goede mix. Ook een diversiteit in culturele achtergrond juich ik toe. Kleur in je raad van bestuur geeft een andere dynamiek in het overleg. Om het met een cliché te zeggen: “Alleen geraak je er snel, samen geraak je verder."

Hoe ziet jouw werkdag eruit? Heb je naast je drukke werkschema nog tijd voor een hobby?
Carien Neven is gewoonlijk om 8 uur op kantoor. De meeste werkdagen zijn gevuld met overleg en vergaderingen, zowel in huis als ergens in Limburg, Antwerpen of Brussel, met collega’s, partners uit verschillende andere sectoren en politici. ‘Door mijn bestuurdersverplichtingen ben ik meestal pas in de late avond thuis. Ik ben ook bestuurder van een Europese organisatie waardoor er ook af en toe een buitenlandse opdracht bij zit. Mijn job als secretaris bij Beweging.net Limburg kan je zeker niet als een doorsnee “nine to five”-job omschrijven.'

Neven houdt van reizen en van de natuur. Daar probeert ze in haar weinige vrije tijd zoveel mogelijk van te genieten, liefst met haar dochter. ‘Ik houd ervan om andere culturen te ontdekken. Toen mijn dochter Janne 15 jaar was, heb ik haar meegenomen naar Kameroen. De nacht voor we de jungle introkken, hebben we bij mensen thuis in hun hutje overnacht. Zulke ervaringen helpen om te relativeren.’ Neven komt uit een doorsnee arbeidersgezin. Haar ouders zijn vroeg gestorven. Ze werd groot met weinig. ‘Mijn vader werkte als chauffeur bij de brouwerij in Alken. Mijn moeder was huisvrouw. Zo ben ik eigenlijk een beetje «ervaringsdeskundige».'

“Zorg voor diversiteit in expertise, geslacht en culturele achtergrond”

Wat heeft het leven jou geleerd? Heb je een levensmotto?
‘Dat je geduld moet hebben en er af en toe voor moet durven gaan. En genieten van de kleine dingen in het leven. Blijf trouw aan je eigen principes. Zien, oordelen en dan handelen, dat heb ik geleerd met de jaren. De strijd tegen onrechtvaardigheid is voor mij een belangrijke drijfveer om dit te blijven doen. Ik wil het verschil maken, dingen veranderen. Dat kan je alleen als je af en toe ook een succesverhaal neerzet. Een mooi voorbeeld is het Vlaams Energiehuis Duwolim waar we ondertussen al 6000 groene sociale leningen voor energiewerken hebben kunnen afsluiten, vooral bij gezinnen met een beperkt budget. Dat we als sector kunnen inzetten op duurzaamheid, dat vind ik sterk.’

Wat zijn je ambities voor de toekomst?
‘Toen ik in 1985 afstudeerde als sociaal assistent, had ik nooit gedacht dat ik nu, zoveel jaren later, hier als secretaris van Beweging. net Limburg en als voorzitter van VVH zou zitten. Gedurende mijn loopbaan heb ik de kans gehad om een uitgebreid netwerk uit te bouwen in verschillende NGO’s, in de politiek en bij sociale partners, zowel lokaal, bovenlokaal als internationaal, waardoor ik heel veel kansen gekregen en ook telkens gegrepen heb. En als er zich nog opportuniteiten zouden voordoen, dan zal ik die zeker niet uit de weg gaan. De enige ambitie die ik eigenlijk zou moeten nastreven is om het toch iets rustiger aan te gaan doen, maar daar slaag ik voorlopig nog niet in. En ondertussen hoop ik dat ik nog zoveel mogelijk plaatsen en verschillende culturen mag ontdekken op onze mooie aardbol.’