Persbericht

Foto: Els Matthysen, stafmedewerker communicatie VVH

PERSBERICHT: VVH en HUURpunt over hoorzitting Vlaams Parlement hervorming sociale huisvestingssector

 

Koepelorganisaties VVH en HUURpunt stuurde een persbericht uit naar aanleiding van de hoorzitting in het Vlaams Parlement omtrent de woonmaatschappij. Kernboodschap hierbij is dat de huurder niet de dupe mag worden van deze heuse reorganisatie.

De commissie Wonen en Onroerend Erfgoed van het Vlaams Parlement houdt op donderdag 17 juni een hoorzitting over de hervorming van de sociale huisvestingssector. De hervorming houdt onder meer in dat er in elk geografisch werkingsgebied nog maar 1 erkende sociale woonmaatschappij actief is. Concreet betekent dit onder andere dat de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren moeten samensmelten. “De koepelorganisaties VVH en HUURpunt slaan de handen in elkaar voor de sociale (kandidaat-) huurders.”

VVH en HUURpunt scharen zich bij monde van directeuren Björn Mallants en Eric Vos achter de ambitie om slagkrachtige woonmaatschappijen te vormen, maar gaan morgen tijdens de hoorzitting hun bezorgdheden en bezwaren voorleggen.

“De uitdagingen zijn enorm. Vlaanderen moet sneller schakelen om meer sociale huisvesting te creëren. Elke hervorming van de sector moet dat voor ogen hebben. De 160 000 mensen op de wachtlijst bij de sociale huisvestingsmaatschappijen, de 75 000 wachtenden bij de sociale verhuurkantoren en de huidige bewoners mogen niet de dupe worden van een hervormingsproces waar zij niet om gevraagd hebben.”

Mallants en Vos onderstrepen drie belangrijke pijnpunten.

1. Wie heeft recht op sociale huisvesting? Verschillen tussen sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren.

Wie een sociale woning wil en aan de voorwaarden voldoet, die komt op een wachtlijst te staan. Globaal gesproken krijgt wie het langst op de wachtlijst staat bij de huisvesttingsmaatschappijen het snelst een sociale woning. Bij de sociale verhuurkantoren ligt het toewijzingsmodel anders. Hier is geen sprake van chronologie. De verhuurkantoren werken met een puntensysteem waarbij wie de grootste woonnood heeft eerder een woning toegewezen zal krijgen.

VVH en HUURpunt pleiten voor een solide toewijzingsmodel voor de hele doelgroep met bijzondere aandacht en voldoende capaciteit voor de allerzwaksten in de samenleving.
“Wij willen minimale garanties voor de huisvesting van de meest kwetsbaren.”

2. Onrealistische timing bijsturen: teveel open vragen

De Vlaamse Regering wil vanaf 1 januari 2023 de erkenning schrappen van de bestaande huisvestingsmaatschappijen.

“Wij betwijfelen of dit haalbaar is. Het fusieproces is erg omvangrijk en er zijn vandaag nog teveel onduidelijkheden om snel te schakelen. We vrezen dan ook dat veel gemeenten of clusters van gemeenten tegen dan nog niet alle knopen zullen hebben doorgehakt.”

Concreet is vandaag bijvoorbeeld nog niet beslist hoe de werkingsgebieden van de nieuwe woonmaatschappijen eruit zullen zien. "Hoe moeten de gemeentelijke overheden samenwerken? Zal de Vlaamse Regering uitzonderingen toestaan, en zo ja, op basis van welke criteria?”, vragen Mallants en Vos zich af.

Ook de overdracht van patrimonium tussen de woonmaatschappijen is nog niet in detail uitgewerkt.

“Het gaat hier om een miljardenoperatie die financieel, fiscaal, juridisch en organisatorisch goed moet uitgewerkt worden”, zo stellen de beide koepels.

“We missen vandaag ook nog duidelijkheid over het concreet financieringsmodel van de toekomst om met gezonde woonmaatschappijen kwaliteitsvol en betaalbaar wonen te kunnen blijven aanbieden.”

3. Focus om ambitieuze doelstellingen en duidelijkheid voor personeel

“We willen graag dat het voor iedereen duidelijk is dat de finaliteit van deze hervorming moet zijn dat we meer sociale woongelegenheid creëren om aan de nijpende behoefte in Vlaanderen te kunnen voldoen. Dit kan enkel als alle woonmaatschappijen voldoende schaalgrootte hebben om alle expertise (bouwen, inhuren, kopen, en huurbegeleiding) in huis te hebben. We willen dan ook sluitende garanties dat er geen banen verloren zullen gaan om alle activiteiten te kunnen uitvoeren”, stellen Mallants en Vos.

Concreet moeten de nieuwe woonmaatschappijen er zijn op 1 januari 2023 Maar betekent dit dan ook dat het personeel van deze organisaties automatisch wordt opgenomen in de nieuwe structuur? En wat als het oude werkingsgebied niet overeenstemt met het nieuwe? Bij welke maatschappij komt de werknemer dan terecht en tegen welke voorwaarden?

“We vinden het als sociale organisaties erg belangrijk dat we ons menselijk kapitaal kunnen blijven inzetten voor een beter sociaal huisvestingsbeleid in Vlaanderen. We moeten de mensen duidelijkheid geven. We willen vermijden dat we volgende maanden meer bezig zijn met deze hervorming, dan met wat we eigenlijk moeten doen: meer sociale huisvesting creëren voor mensen die dat nodig hebben door nieuwe woningen te bouwen, bestaande woningen te renoveren en woningen van private eigenaars in te huren”, zeggen Mallants en Vos.